>>Rotterdam

Rechtbank Rotterdam

Insolventie Mediation

Het team insolventie van de rechtbank Rotterdam zet sinds medio 2014 in op het beproeven van mediation in zich daartoe lenende conflicten in faillissementen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan fricties tussen de curator en de bestuurder van de gefailleerde, aan een geschil met één of meer crediteuren in het faillissement, of aan procedures van de curator tegen debiteuren van de gefailleerde. Mediation dient serieus overwogen te worden als de inzet daarvan zou kunnen leiden tot een voor de betrokken partijen bevredigende(r), dan wel snellere en/of meer kostenefficiënte wijze van beslechting van het geschil, afgezet tegen de mogelijkheid om het geschil in de verificatievergadering, renvooi- of andere procedure te beslechten.  

Uitgangspunten

Het team insolventie heeft de volgende uitgangspunten geformuleerd voor het beproeven van mediation in faillissementen: 

  1. Het doel van het inzetten van mediation in faillissementen is het (pogen te) bereiken van een bevredigende, snelle, en daarmee voor partijen ook kostenefficiënte, (deel)oplossing van het geschil, waardoor tijd en geld van zowel de boedel als van andere betrokkenen bespaard kan worden en het faillissement sneller kan worden afgewikkeld. Deelname aan mediation is altijd vrijwillig. Mocht een betrokken partij niet openstaan voor mediation, dan heeft dit geen enkele negatieve invloed op de tussen de curator en bedoelde partij (voorgenomen of reeds lopende) procedures. 
  2. De mediators die door het team insolventie van de rechtbank worden ingezet zijn MfN-registermediators, tevens ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand, die tenminste 50% van hun tijd aan zakelijke mediations besteden en een juridische (en voor faillissementen relevante) achtergrond hebben. Ter voorkoming van ieder vermoeden van belangenverstrengeling zet de rechtbank geen mediators in van kantoren waarop curatoren werkzaam zijn die op de curatorenlijst van de rechtbank Rotterdam staan. De namen, gegevens, achtergronden en tarieven van de mediators worden vastgelegd in een Faillissement-mediators lijst (FM-lijst), die door de betrokken partijen kan worden geraadpleegd.  
  3. Bij deelname aan mediation verplichten partijen elkaar tot geheimhouding. De rechtercommissaris is geen partij bij de mediation. Het faillissementsdossier bevat – buiten de eventuele vaststellingsovereenkomst – geen informatie over het mediationtraject. In de mediationovereenkomst wordt een (als bewijsovereenkomst te kwalificeren) geheimhoudingsbepaling opgenomen. Dit maakt mogelijk dat partijen in de mediation volledige openheid kunnen betrachten en voorstellen kunnen doen, zonder dat dit later, mocht de mediation niet slagen, eventueel tegen de andere partij(en) kan worden gebruikt. 
  4. De mediator houdt er rekening mee dat de curator voor het aangaan van een eventuele vaststellingsovereenkomst toestemming nodig heeft van de rechter-commissaris en neemt daartoe een bepaling op in de mediationovereenkomst. 

Protocol

  1. Een conflict (een vordering van of tegen de boedel) dat zich voor het beproeven van mediation in faillissementen leent, kan in elk stadium – ook bijvoorbeeld als er al een procedure  aanhangig is, of als er al lange tijd een procedure loopt – voor mediation in aanmerking komen. 
  2. Het initiatief tot het beproeven van mediation kan uitgaan van de curator, een belanghebbende  partij of van de rechter-commissaris. Indien een betrokken partij de initiatiefnemer is, zoekt deze contact met de curator. De curator zoekt hieromtrent vervolgens overleg met de rechtercommissaris. Ook indien de curator initiatiefnemer is, zoekt hij contact met de rechtercommissaris. In het geval de rechter-commissaris het initiatief ondersteunt, zal het mediationbureau van de rechtbank Rotterdam (hierna: het mediationbureau) worden verzocht om betrokken partijen te informeren. Op dezelfde wijze zal worden gehandeld wanneer de rechter-commissaris initiatiefnemer is.
  3. Indien de curator en de rechter-commissaris het erover eens zijn dat het geschil zich leent voor mediation, wordt de andere betrokken partij door het mediationbureau telefonisch benaderd met de suggestie om een oplossing via mediation te onderzoeken. Het mediationbureau zal desgewenst verdere uitleg en informatie geven over mediation aan betrokken partijen. 
  4. Bij een positieve reactie bespreekt het mediationbureau met de betrokken partijen de keuze van de persoon van de mediator op basis van de hierboven onder c. genoemde lijst met mediators, de kosten en het verdere traject. Partijen kunnen ook zelf een mediator aandragen. In beginsel dient de voorgedragen mediator te voldoen aan de hierboven onder c. genoemde eisen. 
  5. Zodra partijen een door het mediationbureau aangedragen mediator hebben gekozen, ontvangen zij van het mediationbureau een standaardbrief met informatie en een modelmediationovereenkomst.  
  6. Partijen maken met de mediator een afspraak over de kosten van de mediation (vaak worden deze gelijkelijk verdeeld tussen partijen, maar ook andere afspraken komen voor). Na ondertekening van de mediationovereenkomst gaat de mediation van start. 
  7. De mediator dient aan het einde van iedere mediationbijeenkomst met partijen te bespreken of het vervolgen van de mediation nuttig en nodig is en dient daarbij de met partijen te maken afwegingen ook het kostenaspect te betrekken. 
  8. De mediation geschiedt vertrouwelijk. Partijen nemen een (als bewijsovereenkomst te kwalificeren) geheimhoudingsbepaling op in hun mediationovereenkomst. Het faillissementsdossier bevat – buiten de eventuele vaststellingsovereenkomst – geen informatie over het mediationtraject. 
  9. In het kader van de toezichthoudende rol van de rechter-commissaris in faillissementen heeft de curator de machtiging ex artikel 68 van de Faillissementswet nodig van de rechtercommissaris voor (o.m.) het aangaan van een vaststellingsovereenkomst. In de mediationovereenkomst wordt in dit verband een bepaling opgenomen ertoe strekkende dat ten opzichte van de rechter-commissaris de geheimhouding niet geldt met dien verstande dat de rechtercommissaris in het desbetreffende faillissement in het kader van zijn/haar toezichthoudende taak door de curator kan worden geïnformeerd over hetgeen tijdens de mediation is besproken en afgesproken.   
  10. Na afloop van de mediation vullen partijen een evaluatieformulier in. De evaluatieformulieren worden ingediend bij het mediationbureau. De informatie die in deze formulieren is verstrekt, wordt vertrouwelijk behandeld, maakt geen deel uit van het faillissementsdossier en wordt zo nodig gebruikt om dit protocol te verbeteren. 

Augustus 2019
 



Voor verdere informatie

Team Insolventie
E.J. (Ed) van Gruijthuijsen
Stafmedewerker Team Insolventie
e-mail: e.van.gruijthuijsen@rechtspraak.nl
t. 06-25 64 43 94

Mediationbureau Rechtbank Rotterdam
mr. A (Alfred) C. Bernard
mr. M.J. Marit) Zondervan
Annete Noij-Smits

mediationfunctionarissen
e-mail: Mediationbureau.rotterdam@rechtspraak.nl;
t. 088-36 11947