Incasso door curator van een vordering van de failliet op een debiteur die beweerde niets verschuldigd te zijn
In het kader van de pilot insolventie mediation van de rechtbank Amsterdam adviseerde de R-C de curator van een failliet advocatenkantoor om te mediaten met een debiteur van de boedel. Het betrof een voormalige cliënte, die vóór het faillissement was overgestapt naar een ander kantoor. Er stond een fors bedrag aan declaraties open. Het failliete kantoor had het dossier enkel willen afstaan als de cliënte 2/3 van de openstaande rekeningen zou betalen en daarvoor een vaststellingsovereenkomst sloot. Toen de curator haar aansprak tot betaling weigerde zij. Haar nieuwe advocaat had geconstateerd dat de vorige advocaat ernstige fouten had gemaakt. Er werd een beroep gedaan op dwaling en misbruik van omstandigheden. Tijdens de mediation werden de klachten van de vrouw besproken. In de individuele gesprekken met de cliënte en haar advocaat besprak de mediator de juridische hobbels die overwonnen moesten worden om een vaststellingsovereenkomst rechtsgeldig te kunnen vernietigen en haar bewijspositie. De curator vertelde de mediator dat hij weinig voelde voor een procedure. Omwille van de crediteuren kon hij niet helemaal afzien van de vordering. Partijen onderhandeleden en bereikten overeenstemming over en door de cliënte te betalen bedrag en de termijn, waarbinnen betaald moest worden. Zij tekenden een vaststellingsovereenkomst onder voorbehoud van goedkeuring door de Rc. Deze ging enkele dagen later akkoord.