Claim van curator, die ex-bestuurders/aandeelhouders verdenkt van verduistering
Volgens de curator hebben zij daarnaast gelden aan de vennootschappen onttrokken. Hij vordert van hen totaal € 1,2 miljoen en stelt een concept dagvaarding op. De broers achten zich niet aansprakelijk.
Na het aanhoren van een lezing over insolventie mediation voor curatoren bij de rechtbank Noord Holland besluit de curator mediation te proberen. De rechter-commissaris staat achter dat besluit. De broers en hun advocaat (zelf een ervaren curator) stemmen in. Op verzoek van de broers schuift een vertegenwoordiger van de bestuurdersaansprakelijkheidverzekeraar aan.
De mediation duurt een hele dag. Aan het begin werden harde noten gekraakt. De curator lichtte toe waarom hij tot de conclusie was gekomen dat deels sprake was geweest van crimineel handelen. De broers verweten de curator dat hij geen hoor en wederhoor had toegepast. Zij werden in de faillissemenrtsverslagen als crimineel neergezet en ondervonden daarvan schade.
Vervolgens werden de verschillende posten in de dagvaarding doorgenomen. Er werd onderscheid gemaakt tussen de posten waarvoor, indien gegrond, geen verzekering's dekking zou bestaan (crimineel handelen) en de overige posten waarvoor wel dekking zou bestaan.
Aansluitend gaven de broers opening van zaken over hun financiële situatie. Zij toonden aangiftes en aanslagen IB en jaarstukken en aanslagen VPB van een enkele niet failliete (slapende) vennootschap van de afgelopen jaren. Zij toonden bewijsstukken van hun huidige inkomen in dienstbetrekking. Voorts stukken betreffende verkoop van het woonhuis van een van hen met rest schuld aan de bank (de ander had een huurwoning).
Daarna werd onderhandeld over een regeling ter finale kwijting. De broers konden niet meer dan een in verhouding tot de claim luttel bedrag opbrengen. De verzekeraar zag geen aansprakelijkheid en lichtte dat toe, maar wilde ter besparing van de kosten van verdediging tegen een claim wel een bijdrage leveren. Door de mediator doorgezaagd bij wie zij geld konden lenen kwamen de broers met hun vader. Die bleek in de buurt te zijn. Hij schoof aan bij de mediation. Hij wilde zijn zoons wel een beetje helpen en droeg ook een financieel steentje bij.
Aldus kwam een voorstel op tafel dat de curator bij gebreke van betere verhaalsmogelijkheden bij de rechter-commissaris ter fiattering wide aanbevelen. De afspraak werd gemaaakt dat in het volgende faillissementsverslag op neutrale wijze over de claim tegen de broers zou worden geschreven. De tekst zou door de curator en de advocaat van de broers samen worden opgesteld.
Enkele dagen later ging de rechter-commissaris akkoord, waarna de vaststellingsovereenkomst is getekend en werd afgerekend.